“Wááát? Daar zijn we toch veel te jong voor?!”

“Wááát? Daar zijn we toch veel te jong voor?!”
“Wááát? Daar zijn we toch veel te jong voor?!”

“Zélf naar huis rijden?! Wááát? Ben je gek of zo, daar zijn we toch veel te jong voor?”

M’n zoon kijkt me met opengesperde ogen aan. Maar de ogen van m’n dochter twinkelen. Het is niet zo dat ik ze de sleutels van de auto geef: we hebben het over fietsen.

Zelf leren fietsen; een ‘goede ouder’-ervaring

We staan op het schoolplein.

Djeezz – wánneer zijn kinderen eraan toe om ‘zélúf’ maar ik bedoel dus vooral alléén naar huis te fietsen. Ik heb het over twee kinderen van 7 en 9, en over A-M-S-T-E-R-D-A-M. Toeval bestaat niet. Het lot beslist: het is vandaag.

“Ok, jongens ik heb een plan. Jullie mogen zelf naar huis fietsen”. Zo, het hoge woord is eruit. Zoon: “Wááát? Ben je gek of zo, daar zijn we toch veel te jong voor?”

Ik zeg niks en van binnen besterf ik het. M’n kids alleen door Amsterdam laten fietsen, met al die gekken. Maar in de ogen van de twee kleine mensen voor me verschijnen langzaam lichtjes.

Het is een ritje van zeven minuten over het fietspad, zonder auto’s. Ooit zullen ze het moeten leren. Een veilig nest is heerlijk maar daar heb je geen vleugels voor gekregen. 

Bovendien heb ik een logistieke error gemaakt: ik heb ze vanmorgen met de fiets gebracht en wegens tijdgebrek sta ik nu met de auto bij het schoolplein. Ga er maar aan staan.

Zoon verbreekt de stilte. “Ik wil wel”. Dochter kijkt: “Jaaa dááág, ik bén de grote zus”. Ik zeg niks en denk ze: kúnnen het, ze kennen de weg, ik vertrouw ze. Ik vertrouw de wereld niet, maar zíj kunnen het.”

Mijn dochter is om. “Oké, maar we fietsen samen”. Ze begint te springen. “We gaan zélúf fietsen, zélúf fietsen. Echt mam, écht mam, écht… whoeoeoe, mag het, mag het, mag het?” Ik zeg: “Ja, echt, het mag en jullie kunnen het. Maar we maken 2 afspraken: jullie blijven sámen en jullie gaan níét racen.”

“Oké oké, welke kant moeten we op?” vraagt m’n zoon 

Ai: ik dacht dat hij de weg wist

“Wie van jullie weet hoe we altijd fietsen?”

Dochterlief wordt ondertussen toch weer bevangen door ambivalentie. “Neeeeee, mam doe normaal, ik vind het ENG!”

Ik zeg niks. Dit is het sleutelmoment waarop ik mijzelf als ouder definieer. Ik héb vertrouwen.

“Je mag het eng vinden, het moet niet, het mág. Zal ik zeggen hoe de weg gaat? Langs de schooltuinen, bij het rode fietspad en daar wacht je. Weet je dat?”

Zoon neemt het voortouw en klopt z’n oudere zus op haar schouder. “Ja kom op, dát weten we echt wel”. Grappig: broer en zus balanceren tussen trots en twijfel.

“Mooi; als je daar staat, zie je mij langskomen, nergens anders heen gaan. Je ziet mij en als je mij ziet ga ik keihard juichen.”

En daar gaan ze, m’n koekies

Het duurt vijf minuten voor ik via een omweg met de auto op het afgesproken punt ben. Onderweg in de auto krijg ik het Spaans benauwd. Wie kunnen ze tegenkomen onderweg, wat als ze te vroeg afslaan en verdwalen, stel dat ze een idioot tegen komen. Dit is Amsterdam. Ik ben bijna op het punt waar ik ze zou moeten zien… schiet nou óóóp.

En dan kom ik om de hoek: twee keurige kindjes met afwachtende blikken, ogen gepriemd op de bocht waar ik uit moet komen. Ik zie hen eerder dan zij mij. Wauw – wat staan ze daar goed. Ze staan er. Ze staan er.

Ik begin keihard te juichen, ze zien me, zwaaien vanaf de overkant en racen langs het fietspad aan de overkant – de weg die we zo vaak fietsen.

Ik ben gered, ze hebben het overleefd. Twee ongeschonden kids, met vleugels.

Missie geslaagd.

 

 

Over de auteur

Joyce is expert werkend ouderschap en founder van Pro Parents. Ze is moeder van een dochter en een zoon, op de basisschool. Als bedrijfsantropoloog en opvoedkundige deed Joyce onderzoek naar identiteit en organisatiecultuur, met specialisaties in professionele identiteit en coping-strategieën.

Een reactie op ““Wááát? Daar zijn we toch veel te jong voor?!”

  1. Sander Reageer

    Het is 02.13 uur s’nachts als ik jou column op Facebook voorbij zie komen.
    Uitgeput van de dag hard werken op het mooie terras, zit ik in de tuin uit te blazen met een glas witte wijn en een sigaartje (bescheiden hoor) en ben geïntrigeerd door de titel.
    Ik kan niet anders zeggen dat ik me smakelijk en schaterend ingelezen heb in je verhaal. Bij toeval heeft onze dochter ook van de week van school naar huis gefietst (school-huis = 5 minuutjes max).

    Anyway…..het besef dat kinderen snel groot worden is een fijne gedachte.

    Groetjes
    Sander.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *